Staatssecretaris Idsinga van Financiën stelt dat het schrappen van de safe harbour uit de bestaande antimisbruikbepaling gericht op rente- en royaltydoorstroomvennootschappen een optie is om de inkomende stromen uit laagbelaste jurisdicties te laten afnemen.

Dat schrijft hij naar aanleiding van vragen van de Kamerleden Maatoug en Stultiens (beiden GroenLinks-PvdA) over structureel verlieslatende bedrijven. Het schrappen van de safe harbour regel is geadviseerd door de Commissie Doorstroomvennootschappen en de Adviescommissie Belastingheffing van multinationals. Zij adviseren de ‘safe harbour' te schrappen en te vervangen door een open norm. Met deze open norm wordt aansluiting gezocht bij de bestaande normen voor risico-allocatie op het gebied van verrekenprijzen. Op basis van die open norm wordt vereist dat de belastingplichtige voldoende kwalitatief personeel heeft dat de risico's van de doorstroomactiviteiten daadwerkelijk beheerst en dat de belastingplichtige voldoende financiële capaciteit heeft om de gelopen risico's te kunnen dragen. De invoering van een dergelijke maatregel leidt naar verwachting tot een budgettaire derving van € 59 miljoen. Verder beantwoordt de staatssecretaris vragen over structureel verlieslatende bedrijven in het algemeen en de bovengemiddeld grote dividendstromen van Nederland naar het buitenland. Tot slot geeft hij aan dat de Kamer dit najaar in de jaarlijkse monitoringsbrief over de aanpak van belastingontwijking door multinationals wordt geïnformeerd over de effectiviteit van de generieke renteaftrekbeperking, zoals toegezegd in monitoringsbrief uit 2020.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15b

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8c

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 26 september

Informatiesoort: VN Vandaag

863

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen