Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er weliswaar tekortkomingen in de administratie van stichting X zijn, maar deze zijn onvoldoende om de intrekking van haar ANBI-status te rechtvaardigen.

De heer E overlijdt in 1992. E woonde in Brazilië en bezat daar bedrijven. Belanghebbende, stichting X, is in 1996 opgericht door zijn broers B en D om een deel van de nalatenschap aan goede doelen in Brazilië te schenken. De bedrijven zijn gekocht door het management aldaar. De vorderingen op deze kopers zijn door B en D gecedeerd aan X. De vorderingen die B en D daardoor op X kregen, zijn door periodieke kwijtscheldingen aan X geschonken. In geschil is of haar status van algemeen nut beogende instelling (ANBI) terecht met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 is ingetrokken. X is na ontvangst van de laatste periodieke schenking geliquideerd. Er zijn nimmer beheers- of wervingskosten ten laste van X gekomen. B en D hebben hun vliegreizen naar Brazilië ook steeds met privé-geld bekostigd. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er weliswaar tekortkomingen in de administratie van X zijn, maar deze zijn onvoldoende om de intrekking van haar ANBI-status te rechtvaardigen. Uit de administratie van een Braziliaans kinderopvangcentrum in combinatie met de overzichten en verklaringen van de nieuwe eigenaar van de Braziliaanse bedrijven blijkt namelijk dat de donaties van X ten goede zijn gekomen aan dat centrum. Het maakt niet uit dat veel jaarstukken van X achteraf zijn opgesteld. De inspecteur heeft X hiertoe uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld. Het centrum staat voorts open voor alle kinderen in de omgeving, zodat X niet uitsluitend het particuliere belang van de bedrijven heeft gediend. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.33

Algemene wet inzake rijksbelastingen 5a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 28 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen