De inspecteur legt aan belanghebbende, X, navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en vermogensbelasting op over de jaren 1992-2000 met bijbehorende boeten. Aanleiding voor het opleggen van de aanslagen is dat X samen met (ex) mede-firmant A een KB-Lux rekening heeft aangehouden en deze niet in haar aangiften heeft opgenomen. X komt in beroep. Rechtbank Haarlem overweegt - onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2008 - dat de Belastingdienst rekening mocht houden met de uit België verkregen informatie in het kader van het Rekeningenproject. De rechtbank vermindert de boete nog wel met 20%. Volgens de rechtbank is er namelijk sprake van undue delay. X komt in hoger beroep.
Hof Amsterdam overweegt dat de bewijslast moet worden omgekeerd omdat X niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht. Volgens het hof zijn de navorderingsaanslagen niet op een redelijke schatting gebaseerd. In de regel mag ervan worden uitgegaan dat indien een rekening op naam van twee personen staat, het tegoed op die rekening aan hen beiden voor de helft toebehoort. Het hof vindt het niet redelijk dat de inspecteur volledig voorbij is gegaan aan wat de tweede rekeninghouder, in casu X, op dit punt heeft verklaard. Het hof houdt het erop dat X en A ieder voor de helft tot de rekening gerechtigd waren. Het hof vermindert de bij de navorderingsaanslagen in aanmerking genomen rente-inkomsten daarom met het aan A toe te rekenen deel, dat wil zeggen met de helft. Het hoger beroep van X is gegrond.