Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat het betoog van X bv in hoger beroep geen nieuw of ander licht op de zaak werpt. De uitspraak van de rechtbank wordt daarom bevestigd, met uitzondering evenwel van de aansprakelijkstelling van het tweede kwartaal van 2012 die ook op een boete betrekking heeft en waarvan het beloop niet aan X bv is te wijten.

Belanghebbende, X bv, maakt vanaf 2003 deel uit van een fiscale eenheid voor de btw. Begin 2012 gaan drie andere bv's van deze fiscale eenheid failliet. In geschil is of X bv terecht op de voet van art. 43 Invorderingswet 1990 aansprakelijk is gesteld voor de btw-naheffingsaanslagen van de fiscale eenheid over het eerste en tweede kwartaal van 2012. X bv stelt dat de aansprakelijkstelling in strijd is met het EU-recht (HvJ EU 21 december 2011, nr. C-499/10, Vlaamse Oliemaatschappij, V-N 2012/8.24). Volgens Rechtbank Noord-Holland is de aansprakelijkstelling niet in strijd met het EU-evenredigheidsbeginsel (zie o.a. HvJ EU 21 februari 2008, nr. C-271/06, Netto Supermarkt, V-N 2008/11.16). De aansprakelijkstelling is noodzakelijk om belastingschulden van de fiscale eenheid te innen. Een fiscale eenheid bestaat namelijk alleen fiscaal en niet civielrechtelijk. Zonder de aansprakelijkstelling zou het onmogelijk zijn om belastingschulden van een fiscale eenheid te innen. De fiscale eenheid wordt bovendien bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld. Van rechtsonzekerheid is in die zin dus ook geen sprake. Aangezien één naheffingsaanslag inmiddels is verlaagd, is het beroep van X bv in zoverre gegrond. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat het betoog van X bv in hoger beroep geen nieuw of ander licht op de zaak werpt. De uitspraak van de rechtbank wordt daarom bevestigd, met uitzondering evenwel van de aansprakelijkstelling van het tweede kwartaal van 2012 die ook op een boete betrekking heeft. Op de zitting is komen vast te staan dat de boete € 2161 bedraagt en dat de ontvanger niet heeft gesteld dat het belopen van de boete aan X bv is te wijten. Deze aansprakelijkstelling wordt daarom met dat bedrag verminderd. Er wordt ten overvloede opgemerkt dat de ontvanger gemotiveerd heeft gesteld dat het belopen van invorderingsrente wel aan X bv is te wijten en dat X bv daartegen geen verweer heeft gevoerd. Het beroep van X bv is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 43

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Invordering

Instantie: Hof Amsterdam

3

Gerelateerde artikelen