Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X geen vertrouwen kan ontlenen aan de onterechte acceptatie door de ontvanger van de melding betalingsonmacht. De melding is namelijk gedaan door een advocaat en die wordt geacht bij uitstek op de hoogte te zijn van de wet- en regelgeving.

Belanghebbende, de heer X, is bestuurder van D limited. Deze is opgericht naar Engels recht en is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. D ltd participeert in en is bestuurder van een commanditaire vennootschap alhier. Deze cv verkoopt hotelbonnen met abonnement. Aangezien dit volgens de Autoriteit Consument & Markt in strijd is met de Timesharerichtlijn moet de cv haar activiteiten staken. Aan deze cv zijn diverse belastingaanslagen opgelegd die onbetaald zijn gebleven. In geschil is of X hiervoor terecht hoofdelijk aansprakelijk is gesteld op grond van art. 33 Inv. 1990. De cv bezit namelijk geen rechtspersoonlijkheid. X stelt dat hij als bestuurder van een vennootschap naar Engels recht wordt benadeeld ten opzichte van een bestuurder van een vennootschap naar Nederlands recht. Volgens Rechtbank Gelderland wordt hij niet anders behandeld dan de bestuurder van bijvoorbeeld een naamloze vennootschap. Daarom is schending van het EU-recht niet aan de orde. X beroept zich vergeefs op de disculpatiemogelijkheid. Weliswaar is een melding van betalingsonmacht gedaan, maar art.33 bevat geen meldingsregeling zoals in art. 36. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen vertrouwen kan ontlenen aan de onterechte acceptatie door de ontvanger van de melding betalingsonmacht. De melding is namelijk gedaan door een advocaat en die wordt geacht bij uitstek op de hoogte te zijn van de wet- en regelgeving. Bovendien miskent X dat hij de ontvanger op het verkeerde been heeft gezet door een melding betalingsonmacht te (laten) doen in een situatie waarin de wet deze mogelijkheid niet biedt. Een rechtsgeldige melding betalingsonmacht sluit aansprakelijkheid voorts niet uit, maar brengt de bestuurder slechts in een betere bewijspositie. Tot slot wordt overwogen dat de melding alleen over de loonheffing gaat en niet over de btw en vennootschapsbelasting. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Invorderingswet 1990 33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 augustus

Carrousel: Carrousel

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen