Rechtbank Breda oordeelt dat de opzet of grove schuld van de adviseur aan de bv moet worden toegerekend en dat hierdoor geen rechtsgeldige melding van betalingsomacht is gedaan.

De heer X is middellijk enig aandeelhouder van een bv. In geschil is of X door de ontvanger terecht als bestuurder aansprakelijk is gesteld voor € 505.523, zijnde het totaal van de openstaande btw- en loonheffingschulden van de bv, inclusief vergijpboetes, rente en kosten. X stelt met betrekking tot de btw dat alle facturen door hem in een dossier werden gedaan en dat het dus aan de grove schuld van zijn oude adviseur is te wijten dat onjuiste aangiften zijn ingediend.

Rechtbank Breda oordeelt dat de opzet of grove schuld van de adviseur aan de bv moet worden toegerekend. De bv had de adviseur namelijk ingeschakeld voor de uitvoering van de op haar rustende verplichtingen. Vanwege opzet en/of grove schuld van de bv is dus geen rechtsgeldige melding van betalingsomacht gedaan. Aangezien de nageheven loonbelasting ook niet was aangegeven, beroept X zich vergeefs op doorwerking van melding van betalingsonmacht voor de btw. De aansprakelijkstelling is daarom terecht, met dien verstande dat niet meer in geschil is dat deze moet worden verminderd voor wat betreft de vergrijpboetes van € 60.000. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Breda

2

Gerelateerde artikelen