Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de belastingconsulente mevrouw X opzettelijk aanspraak heeft laten maken op de aftrekposten, terwijl zij wist dat X daar geen recht op had. Deze kwade trouw moet aan X worden toegerekend.

Mevrouw X en haar echtgenoot laten hun IB-aangiften over 2013, 2014 en 2015 verzorgen door een belastingconsulente. De Belastingdienst start later een onderzoek tegen deze consulente wegens mogelijke fraude. Daarna wordt X gevraagd om haar aftrekposten over 2013, 2014 en 2015 alsnog te motiveren. De consulente is inmiddels strafrechtelijk veroordeeld wegens fraude. In geschil is de IB-navordering bij X, waarbij de aftrekken van specifieke zorgkosten en giften zijn gecorrigeerd. 10% van het bruto-resultaat uit overige werkzaamheden van X is hierbij wel als kostenaftrek geaccepteerd. Rechtbank Gelderland handhaaft de aanslagen. X stelt in hoger beroep dat de inspecteur geen nieuw feit heeft en dat ook geen sprake is van kwade trouw.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de consulente X opzettelijk aanspraak heeft laten maken op de aftrekposten, terwijl zij wist dat X daar geen recht op had. Deze kwade trouw moet aan X worden toegerekend (zie HR 23 januari 2009, 07/10942, V-N 2009/8.6). Het maakt dus niet uit of de inspecteur al dan niet een nieuw feit heeft. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 29 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen