Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de BTW-naheffingsaanslag in stand blijft. Dat in eerste aanleg geen rekening kon worden gehouden met de brief van 21 december 2017 is niet van belang. X was namelijk volledig op de hoogte van de aard en omvang van de correctie die heeft geleid tot de naheffingsaanslag.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een BTW-naheffingsaanslag op aan X bv. U, de gemachtigde van X bv, maakt hiertegen op 4 november 2015 bezwaar. In zijn uitspraak van 9 maart 2018 verwijst de inspecteur naar een brief van 21 december 2017. Op 13 juni 2018 verzoekt U om toezending van de brief van 21 december 2017. X bv stelt dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd omdat in eerste aanleg geen rekening kon worden gehouden met de brief van 21 december 2017.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de BTW-naheffingsaanslag in stand blijft. Dat in eerste aanleg geen rekening kon worden gehouden met de brief van 21 december 2017 is niet van belang, omdat X bv volledig op de hoogte was van de aard en omvang van de correctie die heeft geleid tot de door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag. Dat de uitspraak op bezwaar zonder de brief uiterst summier is gemotiveerd, is dan niet van belang. Dat de gemachtigde pas op 13 juli 2018 de beschikking heeft gekregen over de exacte motivering van de uitspraak op bezwaar, leidt er niet toe dat X bv in haar belangen is geschaad.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 3:46

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 29 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen