Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de alsnog overgelegde kasadministratie niet gedetailleerd genoeg is omdat er niet uit blijkt op welke data de betalingen daadwerkelijk zijn gedaan. X krijgt geen termijn om de vragen alsnog te beantwoorden, omdat hij dat principieel weigert. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

De heer X is administrateur/belastingadviseur met een eigen bv. De belastingschulden van de bv worden betaald door derden, de bevoorschotters. Vaak wordt door deze derden meer betaald dan het verschuldigde. Dit wordt dan door de Belastingdienst aan de bv 'terugbetaald'. X betaalt de derden in contanten terug. Dit geld leent X van een tante uit Hongkong. X stelt dat zijn circa 20 Aziatische cliënten, de bevoorschotters, zo kunnen gokken bij Holland Casino zonder dat dit zichtbaar is voor het thuisfront. X weigert de namen van zijn bevoorschotters bekend te maken. In geschil is of vervolgens terecht informatiebeschikkingen zijn opgelegd. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant vallen de betreffende activiteiten van X onder de terbeschikkingsstellings (TBS)-regeling en is X daarom verplicht om van de contante geldstromen een administratie bij te houden. Mede vanwege het niet willen overleggen van de namen van de bevoorschotters zijn terecht informatiebeschikkingen afgegeven. X overlegt in hoger beroep alsnog een kasadministratie.

Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2019/2322) oordeelt dat kasadministratie niet gedetailleerd genoeg is omdat er niet uit blijkt op welke data de betalingen daadwerkelijk zijn gedaan. Een groot deel van de vragen is niet relevant voor de belastingheffing ten aanzien van X en deze vragen hoeven dus niet beantwoord te worden. Er is door X ten onrechte geen overzicht verstrekt van het geld dat hij van zijn tante heeft geleend en of er door hem aangifte is gedaan van de invoer van het contante geld vanuit Hongkong. Van de bevoorschotters had X onder meer de namen moeten verstrekken, met per bevoorschotter een detailoverzicht en hij had moeten uitleggen hoe zij betaalinstructies van hem krijgen. X krijgt geen termijn om de vragen alsnog te beantwoorden, omdat hij dat principieel weigert. Het beroep van X is deels gegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 53

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen