Hof ’s-Hertogenbosch heeft uitgemaakt dat indien hangende het beroep in eerste aanleg een bestreden aanslag wordt verminderd tot nihil, dat beroep gegrond verklaard moet worden. Proceskostenvergoeding is van toepassing. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

X komt in beroep tegen een in bezwaar gehandhaafde navorderingsaanslag. Tijdens het beroep vermindert de inspecteur de aanslag tot nihil in verband met een eerder gedane toezegging. Het beroep wordt door de rechtbank ongegrond verklaard. X gaat in hoger beroep en stelt dat de rechtbank het beroep gegrond had moeten verklaren en dat X recht heeft op een integrale proceskostenvergoeding. Na de zitting bij het hof brengt X nadere stukken in om de proceskosten toe te lichten en vraagt om heropening van het onderzoek. Het hof heropent het onderzoek niet omwille van een goede procesorde en een doelmatige procesgang.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2019/57.25.4) verklaart het beroep van X gegrond en kent een forfaitaire proceskostenvergoeding toe. Het verzoek om vergoeding van werkelijke proceskosten wordt afgewezen.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Algemene wet bestuursrecht 8:68

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 september

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen