Rechtbank Den Haag oordeelt dat als de houder niet langer de beschikking heeft over de auto, er toch motorrijtuigenbelasting voor is verschuldigd, tenzij het kenteken is geschorst. Uitzonderingen hierop zijn diefstal, vermissing, technische total loss of verbeurdverklaring.

De auto van belanghebbende, de heer X, is in februari 2014 met kentekenbewijzen door de politie in beslag genomen. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over de periode 7 oktober 2014 tot en met 6 januari 2015 en de verzuimboete van € 147. X stelt dat hij door de inbeslagname niet langer over de auto beschikt en dus geen belasting is verschuldigd. Het kenteken heeft X niet laten schorsen, omdat hij meende dat dit alleen kon als hij de kentekenbewijzen had.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat als de houder niet langer de beschikking heeft over de auto, er toch motorrijtuigenbelasting voor is verschuldigd, tenzij het kenteken is geschorst. Uitzonderingen hierop zijn diefstal, vermissing, technische total loss of verbeurdverklaring en als ook wordt voldaan aan de voorwaarden van het Besluit van 4 juni 2010, nr. DGB2010/1671M, V-N 2010/34.14. Daarvan is hier geen sprake. In het Besluit van 7 juli 2007, nr. CPP2007/1107M, V-N 2007/35.22 is weliswaar goedgekeurd dat de heffing ook achterwege blijft bij inbeslagname door een Nederlandse of buitenlandse overheidsinstantie, maar dat besluit is per 4 juni 2010 komen te vervallen. X had het kenteken gewoon kunnen schorsen, ondanks dat hij de kentekenbewijzen niet had. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 6

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 2 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen