Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv alle daadwerkelijke beslissingen ten aanzien (van de organisatie) van de kansspelen neemt en zij dus terecht als houder daarvan is aangemerkt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.  X bv verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Aan X bv is een naheffingsaanslag kansspelbelasting van ruim € 13 mln. opgelegd. Volgens de inspecteur is zij de spil in een organisatie die is opgezet door twee fiscalisten, en die via internet illegale kansspelen aanbiedt. De prijzen worden gemanipuleerd, zodat die niet of juist aan gelieerde (rechts)personen worden uitgekeerd. Een in beslag genomen database van de ‘payment provider’ bevat alle gegevens van Nederlandse spelers, zoals hun IP-adressen en bankrekeningen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de naheffing terecht gebaseerd op gegevens van de database met de complete financiële administratie. X bv gaat in hoger beroep.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2021/28.1.5) oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv alle daadwerkelijke beslissingen ten aanzien van (de organisatie van) de kansspelen neemt en zij dus terecht als houder daarvan is aangemerkt. De grondslag voor de naheffing is het totaal van de inzetten – inclusief de aan de spelers toegekende bonussen – minus de ter beschikking gestelde prijzen die de inspecteur terecht heeft vastgesteld op basis van haar eigen database. Deze gegevens mag de inspecteur extrapoleren naar de periode die niet door de database wordt gedekt. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet digitaal. De Hoge Raad (V-N 2021/40.22.2) verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. X bv verzoekt om herstelling of herziening. Zij stelt dat zij op de laatste dag van de door de Hoge Raad gestelde termijn heeft geprobeerd het beroepschrift via de webportal van de Hoge Raad in te dienen maar dat dit niet was gelukt. Uit nader onderzoek is gebleken dat zich op die dag een storing heeft voorgedaan. De Hoge Raad verklaart het arrest van 17 september 2021 vervallen en het beroep in cassatie wordt alsnog in behandeling genomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Kansspelbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 juni

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen