Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het niet toestaan van aftrek van negatieve inkomsten uit eigen woning voor buitenlands belastingplichtige X niet discriminerend is.

X is in 2011 woonachtig in Duitsland. Zijn woning zou in Nederland kwalificeren als een eigen woning. X heeft in Duitsland een onderneming en voert met deze onderneming een vaste inrichting in Nederland. In verband met zijn woning in Duitsland heeft X negatieve inkomsten uit eigen woning, welke hij als buitenlands belastingplichtige in aftrek wenst te brengen op zijn inkomen in zijn Nederlandse aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur is van mening dat Nederland niet verplicht is rekening te houden met het negatieve inkomen uit de eigen woning, nu X ongeveer 37% van zijn inkomen geniet in Duitsland en derhalve aldaar voldoende rekening kan worden gehouden met zijn persoonlijke en gezinssituatie. X stelt dat het niet toestaan van de aftrek discriminerend is.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het niet toestaan van aftrek van negatieve inkomsten uit eigen woning voor X niet discriminerend is. In Duitsland is voldoende inkomen om rekening te houden met zijn persoonlijke en gezinssituatie. Het feit dat in 2017 de staatssecretaris een mogelijk gunstig besluit heeft uitgebracht doet hier niet aan af, nu dit pas in werking is getreden na het belastingjaar dat X nu betwist. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 juni

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen