Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het gesprek over de WOZ-waarde dat heeft plaatsgevonden na de uitspraken op bezwaar niet aangemerkt kan worden als een hoorgesprek. Dit betekent dat de gemeente de hoorplicht heeft geschonden.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woning met aanbouw, paardenstal en (werktuigen)berging gelegen in de gemeente Sint-Oedenrode. Hij maakt bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2013 voor de woning en verzoekt daarbij om te worden gehoord. De gemeente wijst het bezwaar af, zonder X te horen.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het gesprek over de WOZ-waarde dat heeft plaatsgevonden na de uitspraken op bezwaar niet aangemerkt kan worden als een hoorgesprek. Dit betekent dat de gemeente de hoorplicht heeft geschonden. Omdat tussen X en de heffingsambtenaar evident verschil van inzicht bestaat over de vaststelling en de waardering van de relevante feiten, oordeelt het hof dat X is benadeeld doordat geen hoorgesprek heeft plaatsgevonden. Gelet hierop kan niet met toepassing van art. 6:22 van de Awb aan het gebrek in de bezwaarfase voorbij worden gegaan en moeten de uitspraken op bezwaar worden vernietigd. Het hof verwijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar. Het hof oordeelt dat de gemachtigde in de bezwaarfase beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend aan X. Hieraan doet niet af dat de gemachtigde destijds geen officieel briefpapier gebruikte, geen btw-nummer had en niet bij de Kamer van Koophandel stond ingeschreven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 21 juni

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen