Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand van het schoolgebouw.

Belanghebbende, X bv, exploiteert een schoolgebouw dat in de periode 2008 t/m 2011 eerst leegstaat, daarna vrijgesteld van btw wordt verhuurd en daarna vrijgesteld wordt verkocht. In geschil is of de leegstand van de onroerende zaak recht geeft op aftrek van voorbelasting op de instandhoudingskosten van de onroerende zaak.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand van het schoolgebouw. Aftrek is slechts mogelijk wanneer de voorbelasting is toe te rekenen aan belaste handelingen, en dat is in dit geval niet aannemelijk geworden. In het algemeen wordt in situaties als deze het voornemen tot belaste verhuur voorondersteld. Door de vrijgestelde verhuur en verkoop, in combinatie met de aard van het pand (een schoolgebouw) concludeert de rechtbank in dit geval echter tot een bewijsvermoeden dat tijdens de leegstand sprake is geweest van een voorgenomen gebruik voor vrijgestelde handelingen. X bv slaagt er niet in om dit bewijsvermoeden te ontzenuwen. De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslagen omzetbelasting. De boetes wegens grove schuld blijven in stand, maar worden wel gematigd met 15% wegens termijnoverschrijding. De immateriële schadevergoeding en de proceskostenvergoeding worden gematigd wegens samenhang.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 21 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen