De civiele kamer van Rechtbank Amsterdam oordeelt dat Tradman, Y en Z onrechtmatig jegens de Belastingdienst hebben gehandeld. Vervolgens worden Tradman, Y en Z (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld voor de schade die de Belastingdienst heeft geleden.

Het Tradman-concern bestaat uit diverse vennootschappen, waarbinnen een trustkantoor wordt gedreven. De broers A en B zijn in de jaren 1993 - 2006 klanten van Tradman. In de periode 2004 - 2007 worden diverse vennootschappen van de broers failliet verklaard, met achterlating van grote belastingschulden. In een civiele procedure vordert de Belastingdienst om Tradman, Y en Z, medewerkers/ex-oprichters van Tradman, aansprakelijk te stellen voor de schade die de Belastingdienst heeft geleden. Volgens de Belastingdienst heeft Tradman namelijk, in samenwerking met de broers, misbruik is gemaakt van (kasgeld)vennootschappen.

De civiele kamer van Rechtbank Amsterdam oordeelt dat Tradman, Y en Z onrechtmatig jegens de Belastingdienst hebben gehandeld door onrechtmatige handel in en/of misbruik van kasgeldvennootschappen en/of vennootschappen met een vervangingsreserve. Volgens de rechtbank heeft Tradman namelijk handelingen verricht om belasting te ontduiken, en is daarom aansprakelijk voor de schade die de Belastingdienst daarbij heeft geleden. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat Y en Z ook hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de geleden schade.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 2 249

Burgerlijk Wetboek Boek 2 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Amsterdam

5

Gerelateerde artikelen