Aan X zijn voor de jaren 2006 en 2008 tot en met 2012 ambtshalve aanslagen ib/pvv opgelegd. De inspecteur verklaart de bezwaren tegen deze aanslagen vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. De rechtbank verklaart het beroep van X met betrekking tot het jaar 2010 niet-ontvankelijk. De beroepen betreffende de overige jaren worden ongegrond verklaard. In geschil is het antwoord op de vraag of de bezwaren tegen de in geschil zijnde jaren tijdig zijn ingediend.
Hof 's-Hertogenbosch beslist dat de bezwaren tegen de aanslagen voor de jaren 2006, 2008, 2009, 2011 en 2012 niet op tijd zijn ingediend. Er is geen sprake van verschoonbare termijnoverschrijding. Ook met betrekking tot de aanslag over het jaar 2010 volgt het hof de overwegingen van de rechtbank. Het “ tweede bezwaarschrift” van 4 januari 2016 had door de inspecteur op grond van artikel 6:15 Awb als beroepschrift doorgezonden moeten worden aan de rechtbank. Nu de inspecteur dit heeft nagelaten, heeft de rechtbank dit “ tweede bezwaarschrift” terecht aangemerkt als een ingediend beroepschrift. Dit beroepschrift is gericht tegen de uitspraak op bezwaar van 13 augustus 2013 tegen het eerdere (tijdig ingediende) bezwaarschrift van 22 april 2013. Het beroep is echter niet tijdig ingediend en door de rechtbank terecht niet-ontvankelijk verklaard. De hoger beroepen zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:15
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 16 november