Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel niet slaagt. Het door haar ingenomen standpunt is namelijk zo duidelijk in strijd met de wettelijke bepalingen dat X bv de inspecteur niet aan zijn (vermeende) goedkeuring van dat standpunt kan houden.

X bv exploiteert een payrollbedrijf voor de horeca. Tijdens een in 2013 uitgevoerd boekenonderzoek wordt vastgesteld dat X bv het hoge sectorpremiepercentage had moeten toepassen. De inspecteur legt echter geen LH-naheffingsaanslag op. Naar aanleiding van een controle over de jaren 2014 - 2016 worden wel LH-naheffingsaanslagen opgelegd, omdat X bv nog steeds niet de omvang van de te verrichten arbeid in de arbeidsovereenkomsten heeft vastgelegd. X beroept zich op het vertrouwensbeginsel.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel niet slaagt. Het door haar ingenomen standpunt is namelijk zo duidelijk in strijd met de wettelijke bepalingen dat X bv de inspecteur niet aan zijn (vermeende) goedkeuring van dat standpunt kan houden. Daarbij is van belang dat X bv een specialist is op het gebied van payroll-activiteiten in de horecabranche. Haar activiteiten bestaan uit het opmaken van arbeidscontracten met werknemers die in de horeca werkzaamheden verrichten. Zowel de wettelijke bepalingen als de door X bv ontvangen informatie van de Belastingdienst en Koninklijke Horeca Nederland zijn duidelijk over het toe te passen sectorpremiepercentage. De naheffingsaanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 28

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Premieheffing

Editie: 15 april

Informatiesoort: VN Vandaag

133

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen