Belanghebbende, X, neemt in de jaren 2011 en 2012 bedragen in aanmerking als uitgaven levensonderhoud en specifieke zorgkosten. De aangiften van X zijn verzorgd door gemachtigde Z. Nadat bekend is geworden dat gemachtigde Z voor meerdere personen, aangiften met onjuiste aftrekposten heeft ingediend legt de inspecteur, X navorderingsaanslagen op, die X bestrijdt.
Hof Den Haag oordeelt dat sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Alle aangiften die door de gemachtigde administrateur Z zijn ingediend zijn door de inspecteur onderzocht. Daarbij zijn aan X vragen gesteld over de voornoemde aftrekposten. Als X die vragen niet beantwoordt en dus geen bewijs levert, rechtvaardigt dit dat de inspecteur navordert, aldus het hof. Een in absolute zin omvangrijke aftrekpost in 2012 betreft de uitgaven voor een IVF behandeling. Die uitgaven hebben op X gedrukt omdat de ziektekostenpolis die behandeling van de vergoeding uitsluit en de ziektekostenverzekeraar dit in een brief aan X heeft vastgelegd. Het hof oordeelt verder dat de betalingen van X in de jaren 2011 en 2012 aan haar ex-partner kwalificeren als bijdragen in de kosten van het levensonderhoud van haar twee minderjarige kinderen. Die kosten hebben op X gedrukt en zijn naar de daarvoor geldende forfaitaire bedragen aftrekbaar. Het hof vernietigt de andersluidende uitspraken van de rechtbank en verklaart de beroepen van X gegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 36
Wet inkomstenbelasting 2001 6.20
Wet inkomstenbelasting 2001 6.19
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16