Het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst is achterhaald, aldus Wiebes. Het wetsvoorstel brengt grote investeringen met zich mee en gaat gepaard met additionele complexiteit. Bovendien heeft de Belastingdienst inmiddels aangegeven dat verdergaande automatisering inmiddels mogelijkheden biedt het proces van aanvullingen op de aangifte te stroomlijnen met behoud van rechtsbescherming. Op deze wijze kan de Belastingdienst naar verwachting een belangrijke doelstelling van het wetsvoorstel realiseren.
Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet OB 1968 in verband met de aanpak van constructies (on)roerende zaken regelt in de eerste plaats de aanpak van bepaalde btw-constructies met (on)roerende zaken door niet-belastingplichtige publiekrechtelijke lichamen en vrijgestelde ondernemers. De Belastingdienst heeft inmiddels met het leerstuk misbruik van recht een middel in handen gekregen om misbruiksituaties te kunnen bestrijden. Dit betekent niet dat hiermee alle ongewenste situaties succesvol zijn bestreden of bestreden kunnen worden. Wiebes blijft alert op het zich voordoen van btw-constructies en zal daarbij focussen op gerichte maatregelen ter voorkoming van dat gedrag. Op dit moment loopt een procedure voor de Hoge Raad waarbij de gemeente een zogenaamde scholenconstructie heeft toegepast. De uitkomst kan voor Wiebes aanleiding zijn nadere hierop gerichte wettelijke maatregelen te overwegen.
Verder wil Wiebes de btw-herzieningsregeling nog steeds uitbreiden voor kostbare diensten. Hij streeft ernaar in de loop van dit jaar een concept voor een dergelijke herzieningsregeling voor internetconsultatie vrij te geven.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting, Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 12 mei