X houdt zich bezig met de exploitatie van onroerende zaken. In Renesse realiseert zij recreatiewoningen. Ten aanzien van deze woningen sluit X een overeenkomst met een aannemer. De aannemer is exclusief verantwoordelijk voor de bouw. Ten aanzien van de betalingen is een escrow-overeenkomst gesloten. Hierbij verrichten de kopers hun betalingen aan een escrow-agent, die weer betalingen aan X en de aannemer verricht. In verband met het project in Renesse ontvangt X € 972.618. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X een voor de btw-belaste prestatie heeft verricht, en dat btw is verschuldigd over het bedrag van € 972.618. X stelt dat er sprake is van een winstverdeling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bedrag van € 972.618 een vergoeding vormt voor een belastbare prestatie. Volgens de rechtbank maakt X niet aannemelijk dat de betalingen niet moeten worden aangemerkt als de tegenwaarde voor een prestatie. X heeft de bedragen namelijk ontvangen voor het aanbrengen van kopers voor de recreatiewoningen. Verder wijst de rechtbank er op dat er in casu geen sprake is van één belastingplichtige voor de btw, zodat er geen sprake is van winstdeling. De rechtbank merkt tenslotte nog op dat X geen risico's loopt met betrekking tot de bouwovereenkomsten. De naheffingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 mei