Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van een aantal onroerende zaken. In geschil is de hoogte van de kostenvergoeding. Meer in het bijzonder is in geschil of de gemeente terecht de nieuwe samenhangregeling van art. 3 lid 2 Besluit proceskosten bestuursrecht heeft toegepast. Op grond van deze regeling kunnen zaken van verschillende belanghebbenden die zijn ingediend door één gemachtigde aangemerkt worden als samenhangend.
Rechtbank Overijssel oordeelt dat samenhang in het kader van de nieuwe samenhangregeling van art. 3 lid 2 Besluit proceskosten bestuursrecht niet moet worden beoordeeld op basis van de concrete werkzaamheden die zijn verricht. Er dient volgens de rechtbank een meer abstracte toets te worden aangelegd; op basis van de overeenkomsten inzake de aard van de gewaardeerde objecten en de gehanteerde waarderingsmethode moet worden beoordeeld of sprake is van werkzaamheden die nagenoeg identiek konden zijn. De rechtbank oordeelt dat de WOZ-procedures over de drie woningen samenhangen, maar die van het winkelpand niet. De rechtbank verhoogt de kostenvergoeding voor de bezwaarfase.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 3-2
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Overijssel
Editie: 3 september