X is gevestigd in Polen en leent Poolse werknemers uit aan Nederlandse en Belgische opdrachtgevers. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een LB-naheffingsaanslag op aan X. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat er in de jaren 2010-2012 in verregaande mate sprake is van een scheefgroei tussen de verhouding loon en omzet. Deze verhouding bedroeg in 2010 namelijk 90,9% en in 2012 4,9%.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de naheffingsaanslag. Volgens de rechtbank maakt X namelijk aannemelijk dat zij in 2012 op grote schaal gebruik heeft gemaakt van subcontractors die de door X aangenomen werkzaamheden met eigen personeel hebben uitgevoerd. X heeft volgens de rechtbank dan ook een aannemelijke verklaring geleverd voor de gewijzigde verhouding tussen de omzet en het loon. De inspecteur heeft volgens de rechtbank haar stelling, dat de omzet van X in Nederland is behaald met uitzendkrachten die bij haar in dienstbetrekking waren, niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 3 september