De staatssecretaris ziet de volgende drie denkbare maatregelen:
- 1.
In meer gevallen uitwisselen van informatie;
- 2.
Strengere voorwaarden stellen aan zekerheid vooraf;
- 3.
Aanscherpen art. 8c Wet VPB 1969.
De staatssecretaris voelt er niets voor substance-eisen op te nemen in de vestigingsplaatsfictie van art. 2 lid 4 Wet VPB 1969. Het beleid zou gericht moeten zijn op het beter in staat stellen van de bronlanden om te beoordelen of sprake is van misbruik. Daar wordt ook internationaal op ingezet. Het is volgens de staatssecretaris zaak in te zetten op snelle en brede implementatie daarvan, zodat bronlanden op een efficiënte wijze misbruik van verdragen kunnen bestrijden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 8 november