Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft aan de Tweede Kamer de stand van zaken van de uitgewerkte afspraken van het pensioenakkoord. De volgende stap is alle gemaakte afspraken om te zetten in wet- en regelgeving. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2022.

Met de stelselwijziging beogen het kabinet en de sociale partners geen versobering. Een van de maatregelen is dat de stijging van de AOW-leeftijd met ingang van 2025 voor 2/3 wordt gekoppeld aan de stijging van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Dit geldt ook voor de pensioenrichtleeftijd. Hiervoor is reeds een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer.

Andere maatregelen zijn een tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden, alsmede een meerjarig investeringsprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen.

De mogelijkheid wordt onderzocht het moment van uittreden te koppelen aan het aantal dienstjaren, bijvoorbeeld 45. Ook wordt de mogelijkheid onderzocht of toeslagen voor bijvoorbeeld onregelmatigheid en overwerk kunnen worden omgezet in individuele vrijwillige pensioenopbouw.

De introductie van een drempelvrijstelling in de RVU (regeling vervroegd uittreden)-heffing en de uitbreiding van het aantal weken verlof dat fiscaal gefaciliteerd opgespaard kan worden, worden uitgewerkt in een wetsvoorstel dat in een vergevorderd stadium is. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2021. Dit geldt niet voor de maatregel bedrag ineens (keuzemogelijkheid een bedrag ineens op te nemen op pensioeningangsdatum). Daarvoor geldt een minimum invoeringstermijn en inwerkingtreding per 1 januari 2022.

De minister meldt nog dat hij het advies over het partnerpensioen bij overlijden voorafgaand aan de pensioendatum wil overnemen. Daarbij wordt de fiscale ruimte voor het wezenpensioen verruimd. De aanpassingen in het nabestaandenpensioen moeten al 1 januari 2022 ingaan. Voor het vrijwillig aansluiten van zelfstandigen bij de pensioenregeling in de sector of onderneming waar zij werkzaam zijn, geldt nog een aantal belemmeringen vanuit de huidige wetgeving. Wel wordt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen verder uitgewerkt.

In de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt het LIV (lage-inkomensvoordeel) omgevormd tot een loonkostenvoordeel specifiek voor jongeren met een potentieel kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak wordt in duur onbeperkt. Ook wordt de doelgroepverklaring voor het loonkostenvoordeel afgeschaft.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 13 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen