Rechtbank Gelderland oordeelt dat de overeenkomst blijk geeft van een andere winstverdeling. Hierdoor is het oogmerk van vennoten om een nieuwe maatschap aan te gaan vastgesteld.
X heeft sinds 1994 met haar op huwelijkse voorwaarden gehuwde echtgenoot Y, in maatschapsverband een landbouwbedrijf waarbij de winst bij helfte wordt verdeeld. Op 24 september 2015 komen ze overeen de maatschap per 1 mei 2015 te ontbinden en met terugwerkende kracht per diezelfde datum een nieuwe maatschap op te richten. Bij inbreng in de nieuwe maatschap brengt ieder zijn deelgerechtigheid in het vermogen van de oude maatschap in. Daarnaast brengt Y ook de economische eigendom van overige onroerende zaken, die tot zijn vermogen behoren, in. In het maatschapscontract is voor het eerste jaar een winst/verlies-verdeling overeengekomen van 55% voor X en 45% voor Y. De stille reserves die zich in de landbouwcultuurgronden en gebouwen met ondergrond bevinden worden, voorzover niet voorbehouden, verdeeld in 10% respectievelijk 1% voor X en 90% respectievelijk 99% voor Y. De overige stille reserves, voorzover niet voorbehouden, worden verdeeld in 55% voor X en 45% voor Y. Op de kapitaalrekening van Y wordt voor zijn inbreng een bedrag van 90% van de waarde van de onderneming bijgeschreven. Partijen doen voor de inbreng van de economische eigendom van de onroerende zaken een beroep op de vrijstelling overdrachtsbelasting. In geschil is de toepassing van de vrijstelling.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de overeenkomst blijk geeft van een andere winstverdeling. Hierdoor is het oogmerk van vennoten om een nieuwe maatschap aan te gaan vastgesteld. De civielrechtelijke overeenkomst sluit op deze wijze aan bij de economische werkelijkheid. Het beroep is gegrond, de naheffingsaanslag dient te worden vernietigd.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Dossiers: Agro
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 november