Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een digitale zitting zich niet leent om nog stukken te overleggen en pleitnota’s voor te lezen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
X is het niet eens met de aanslag IB/PVV 2015. In geschil is of X verplicht in Nederland verzekerd is voor de premie volksverzekeringen gedurende de periode van 1 augustus 2015 t/m 31 december 2015, en zo ja, of de premieheffing tot het juiste bedrag is berekend. Eén dag voor de zitting bij het hof faxt X een pleitnota naar het hof.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2021/792) oordeelt dat een digitale zitting zich niet leent om nog stukken te overleggen en pleitnota’s voor te lezen. Een pleitnota moet daarom uiterlijk drie werkdagen en nadere stukken moeten uiterlijk tien dagen voorafgaand aan de zitting worden ingediend. Het hof besluit het vaartijdenboek buiten beschouwing te laten. Ook al zou het op 11 februari 2021 door X zijn gemaild, dan is het te laat ingediend. Het algemeen belang van een doelmatige procesgang weegt zwaarder dan het belang dat X heeft met het overleggen van het vaartijdenboek. Op basis van de informatie die voorligt oordeelt het hof dat de rechtbank een juiste beslissing heeft genomen over de premieplicht van X in Nederland. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet digitaal. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 november