Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking op het moment dat de aanslag werd opgelegd nog niet onherroepelijk was, zodat de beschikking van rechtswege is komen te vervallen.

Aan de heer X is eind 2012 met betrekking tot 2009 een informatiebeschikking afgegeven. Het bezwaar van X is bij uitspraak d.d. 25 januari 2013 afgewezen. X gaat op 4 februari 2013 in beroep. Op 6 februari 2013 is de IB-aanslag over 2009 aan X opgelegd. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking op het moment dat de aanslag werd opgelegd nog niet onherroepelijk was, zodat de beschikking van rechtswege is komen te vervallen. Dit volgt uit het bepaalde in art. 52a lid 3 AWR. Het beroep kan dan ook niet tot een voor X gunstiger resultaat leiden. Het beroep is wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk. De inspecteur moet wel de proceskosten ad € 1179 aan X betalen en het betaalde griffierecht van € 44 te vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen