Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhoging per 1 januari 2012 van het maximum bijdrage-inkomen van € 33.427 naar € 50.064 in het geval van X in strijd is met art. 1 van het Eerste Protocol van het EVRM.

Belanghebbende, X, is werkzaam in loondienst. Zijn werkgever houdt op het loon over januari 2012 een bedrag in van € 296,21 aan bijdrage Zorgverzekeringswet, zijnde 7,1% van € 4172 aan bijdrage-inkomen. Hierbij is uitgegaan van 1/12e deel van het maximum bijdrage-inkomen van € 50.064. In geschil is of de ministeriële regeling waarbij het maximum bijdrage-inkomen is vastgesteld op € 50.064 onverbindend is. Tevens is in geschil of de wetgever de onderhavige procedure heeft beïnvloed via invoering van wetgeving met (formele) terugwerkende kracht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhoging per 1 januari 2012 van het maximum bijdrage-inkomen van € 33.427 naar € 50.064 in het geval van X in strijd is met art. 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. De rechtbank verwerpt allereerst de stelling van de inspecteur dat de verhoging per 1 januari 2012 binnen het bereik van de delegatiebevoegdheid van de artikelen 43 en 44 van de Zvw valt. Uit de totstandkomingsgeschiedenis (MvT, Kamerstukken II 2003/04, 29 763, nr. 3, p. 153) blijkt namelijk dat de bevoegdheid van de ministers ingevolge art. 43 lid 2 van de Zvw is beperkt tot het aanbrengen van inflatiecorrecties op de bij invoering van de Zvw gekozen premiegrens. Vervolgens overweegt de rechtbank dat de wetgever, eerst nadat X beroep had ingesteld, bij Nota van Wijziging van 8 juni 2012 kenbaar heeft gemaakt dat hij een wetswijziging met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 wenste door te voeren. Op deze wijze heeft de wetgever als het ware ingegrepen in de lopende procedure van X. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval de rechtszekerheid van X zwaarder weegt dan het belang van de overheid om via de verhoging van het maximum bijdrage-inkomen (reeds op 1 januari 2012) de zorgpremie te verschuiven van lage naar hoge inkomens. De rechtbank acht daarbij van betekenis dat X op het moment dat hij bezwaar aantekende niet op de hoogte was en ook redelijkerwijs niet op de hoogte hoefde te zijn van de toekomstige wetswijziging. Volgt een teruggave van premie van € 75,33 over de maand januari 2012.

Wetsartikelen:

Zorgverzekeringswet 44

Zorgverzekeringswet 43

Zorgverzekeringswet 42

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Sociale zekerheid ziektekosten

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen