Rechtbank Gelderland beslist dat de verzuimboete die aan de onder bewind staande, X, is opgelegd niet passend en geboden is.

Belanghebbende, X, is dement. Haar vermogen is onder bewind gesteld. De broer van X is bewindvoerder. Omdat geen aangifte ib/pvv 2016 is ingediend en ook geen uitstel is verzocht, wordt X herinnerd en aangemaand. In de aanmaning is een uiterste datum voor het doen van aangifte gegeven van 21 juli 2017. De broer dient de aangifte van X op 24 juli 2017 in. Enkele dagen te laat vanwege een computercrash. Gevolg is de in geschil zijnde verzuimboete die is opgelegd vanwege het niet tijdig doen van aangifte.

Volgens Rechtbank Gelderland is er sprake van een verzuim omdat de aangifte niet uiterlijk 21 juli 2017 is ontvangen. De rechtbank vindt de boete echter niet passend en geboden. Dit komt onder andere door de mate van dementie van X. Zij heeft er niet zelf voor gekozen of kunnen kiezen haar broer als bewindvoerder aan te wijzen. Ook is de geringe overschrijding van de aangiftetermijn van belang. Tevens heeft de broer maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. De boetebeschikking wordt vernietigd. Het beroep van X is gegrond.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: een kwestie van verschil.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 43

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 26 juni

42

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen