Hof 's-Hertogenbosch vindt de stelling van X, dat het verzwegen KBL-tegoed alleen van zijn zus was, ongeloofwaardig. Navordering is terecht. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Volgens de inspecteur heeft belanghebbende, X, samen met zijn zus een bankrekening aangehouden bij de KB-Lux. In de aangiften ib/pvv en vb heeft X echter geen inkomens- of vermogensbestanddelen opgenomen die betrekking hebben op deze bankrekening. In geschil zijn de (navorderings)aanslagen ib/pvv en vb over de jaren 1990 tot en met 2007 met vergrijpboeten. X stelt dat de in geschil zijnde (navorderings)aanslagen ten onrechte aan hem zijn opgelegd omdat zijn zus voor het gehele bedrag van de KBL-rekening is ingekeerd.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 7 december 2017, 15/00347 t/m 15/00374,V-N Vandaag 2018/171) is het met de rechtbank eens dat de stelling van X, dat het KBL-tegoed slechts zijn zus zou aangaan, ongeloofwaardig is. Het hof acht het aannemelijk dat zowel X als zijn zus, ieder voor de helft, tot het KBL-saldo gerechtigd waren. Als al het voor de in geschil zijnde navorderingsaanslagen benodigde “nieuwe feit” heeft ontbroken, is het hof van mening dat X (de inkomsten uit) het KBL-saldo met opzet niet in zijn aangifte heeft vermeld en dat hem kwade trouw kan worden verweten. Het hof handhaaft de door de rechtbank verminderde boeten. Er is geen aanleiding de boeten nog verder te matigen vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen