Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de wetgever bij de invoering van de crisisheffing niet is getreden buiten de ruime beoordelingsvrijheid die hem toekomt bij het opstellen van wettelijke regelingen. Ook is de crisisheffing niet in strijd met het internationale recht.

X bv oefent een belastingadviespraktijk uit en betaalt in 2012 aan loon € 176.655 aan haar dga. In 2013 is X bv € 4264 aan crisisheffing verschuldigd in verband met deze loonbetaling. X bv is het niet eens met de door haar verschuldigde crisisheffing.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de wetgever bij de invoering van de crisisheffing niet is getreden buiten de ruime beoordelingsvrijheid die hem toekomt bij het opstellen van wettelijke regelingen. Ook is de crisisheffing volgens de rechtbank niet in strijd met het internationale recht. X bv is de crisisheffing volgens de rechtbank dan ook gewoon verschuldigd. De rechtbank merkt daarbij nog wel op dat op 26 april 2012, toen voor het eerst duidelijk werd dat de crisisheffing zou worden ingevoerd, het drempelbedrag voor de crisisheffing van € 150.000 bij X bv nog niet was overschreden. Het gelijk is aan de inspecteur.

Zie ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 19 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen