Het herstellen van omissies in de heffing door het indienen van een aangepast aangiftebiljet dat door de Belastingdienst wordt aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering is al staande praktijk bij onder andere de OB, LB en IB. Om deze werkwijze te voorzien van een wettelijke grondslag wordt hiervoor bij het Belastingplan 2024 wetgeving ingediend.

Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer over de voortgang van het onderzoek naar de massaalbezwaarprocedure naar aanleiding van de motie Grinwis (V-N 2022/27.5).

Het verschil tussen de massaalbezwaarprocedure tot 2016 en de huidige regeling zit met name in de reikwijdte. Tot 2016 werden bij een gunstige uitkomst alle belastingaanslagen verminderd die nog niet onherroepelijk vaststonden op het moment van aanwijzen van de massaalbezwaarprocedure, ook als de belastingplichtige geen bezwaar had gemaakt. Vanaf 2016 geldt de regeling massaal bezwaar alleen voor tijdig ingediende bezwaarschriften, met name vanuit het oogpunt van rechtseenheid en budgettaire controle.

Om de praktische rechtsbescherming van belastingplichtigen te vergroten is al een stap gezet met de massaalbezwaarplusprocedure. Er is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor terugkeer naar de regeling tot 2016. Dit heeft nog te weinig inzichten opgeleverd om met een concreet voorstel te komen. De verwachting is dat uiterlijk met Prinsjesdag 2023 de eerste resultaten van het aanvullende onderzoek kunnen worden gedeeld.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 21 april

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen