Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X de onttrekkingen aan de stichtingen niet in zijn eigen aangiften heeft vermeld, zodat hij niet de vereiste aangiften heeft gedaan en de bewijslast daarom wordt omgekeerd en verzwaard.

X is enig bestuurder van twee stichtingen. De FIOD stelt vast dat de stichtingen in hun BTW-aangiften jarenlang onterecht grote bedragen aan voorbelasting hebben geclaimd en teruggaven hebben gekregen (zie V-N Vandaag 2021/1369 voor de strafzaak). X boekte de teruggaven vervolgens over naar privérekeningen. In geschil is of de inspecteur deze onttrekkingen van in totaal ruim € 500.000 terecht bij X heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X de onttrekkingen niet in zijn eigen aangiften heeft vermeld, zodat hij niet de vereiste aangiften heeft gedaan en de bewijslast daarom wordt omgekeerd en verzwaard. X toont niet aan dat de (navorderings)aanslagen te hoog zijn. De inspecteur heeft de onttrekkingen gebaseerd op het onderzoek van de FIOD. X stelt ook vergeefs het slachtoffer van een ripdeal te zijn geworden. Er is namelijk geen enkel bewijs dat X € 82.000 contant aan laptops voor één van de stichtingen zou hebben betaald. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 april

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen