Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de belastingrente terecht in rekening heeft gebracht. Nu X bv gebruik heeft gemaakt van de diensten van een professionele gemachtigde, hoefde de inspecteur niet te wijzen op de verschuldigdheid van belastingrente.

Hof Den Haag oordeelt dat er ook dan nog sprake is van een ter beschikking gestelde auto, als huur wordt betaald voor het privégebruik. Nu X echter niet voldoende informatie verstrekt over de betalingen, kan hij deze huur niet in aftrek brengen op de bijtelling.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gevolgen van het niet tijdig bezwaar maken tegen iedere btw-voldoening voor rekening van X komen. De brief van de inspecteur had voor X namelijk aanleiding moeten vormen om zo spoedig als redelijkerwijs kon worden gevraagd alsnog bezwaar te maken.

Vooruitlopend op een debat over de vernieuwde rulingpraktijk, stuurt staatssecretaris Snel van Financiën het voorgenomen beleidsbesluit voor rulings met een internationaal karakter naar de Tweede Kamer. Het besluit vervangt de huidige APA- en ATR-besluiten en moet 1 juli 2019 ingaan.

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de vennoot van vof X op de zitting heeft verklaard nu pas de precieze btw-gevolgen te begrijpen van het leveren van de grond aan de gemeente en de in verband daarmee ontvangen schadevergoeding.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank terecht slechts 70% van de voorbelasting in aftrek heeft toegelaten. Uit de stukken die X bv heeft overgelegd blijkt namelijk dat deze voor een deel betrekking hebben op procedures van haar dga. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Er komt geen ruling tot stand indien het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting de enige of doorslaggevende reden is voor de rechtshandeling. Dat antwoordt de Staatssecretaris van Financiën op Kamervragen.

Op 10 december 2024 heeft de Raad van de EU de FASTER-richtlijn (V-N 2023/31.10) aangenomen. De volgende stap is dat de tekst in het Publicatieblad van de EU wordt bekendgemaakt. De lidstaten moeten de richtlijn uiterlijk op 31 december 2028 in nationale wetgeving omzetten. De voorschriften zijn vanaf 1 januari 2030 van toepassing.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat België Van Eetvelde, in verband met haar betrokkenheid bij BTW-fraude, hoofdelijk aansprakelijk stelt voor de door een onbekende derde verschuldigde BTW.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Roemenië aan Weatherford Atlas de aftrek van BTW ontzegt voor door groepsvennootschappen verrichte diensten die gelijktijdig ook aan andere vennootschappen van die groep zijn verleend en deze verwerving niet noodzakelijk of geschikt was.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat België niet in strijd met het EU-recht handelt door een fairness tax te heffen van Volvo. Dat een ingezeten dochteronderneming van een niet-ingezeten vennootschap wordt onderworpen aan de heffing en een niet-ingezeten vennootschap die via een v.i. activiteiten verricht niet, is niet van belang.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat een visolie in de vorm van ethylesters die wordt verkregen door verestering van vetzuren met ethanol niet valt onder post 1516 van de gecombineerde nomenclatuur.

De conditionele bronbelasting, de earningsstrippingmaatregel en de aanpak van CV/BV-structuren door ATAD2 gaan belastingontwijking effectief tegen. Dit staat in de jaarlijks terugkerende Kamerbrief over de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking.

Nederland speelt de laatste jaren een kleinere rol bij internationale belastingontwijking, komt naar voren uit een analyse van De Nederlandsche Bank (DNB). De stroom geld die ons land binnenkomt en direct weer verlaat op weg naar belastingparadijzen is sinds 2020 een stuk kleiner dan in de voorgaande jaren, signaleert de centrale bank.

De EU-ministers van Financiën zijn dinsdag akkoord gegaan met nieuwe belastingregels. Die gaan ervoor zorgen dat beleggers geen dubbele belasting meer hoeven te betalen over het rendement van hun grensoverschrijdende beleggingen in aandelen en obligaties.