Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland volledig kan heffen over het nabestaandenpensioen. Na de emigratie zijn namelijk geen premies meer voldaan door X of haar man.

Y is werkzaam als zelfstandig medisch specialist, en voldoet premies voor de opbouw van pensioenrechten. In 1989 emigreert hij met zijn vrouw, belanghebbende, X. Y is op dat moment arbeidsongeschikt. In verband met de arbeidsongeschiktheid worden geen pensioenpremies meer betaald. In 2002 overlijdt Y. Over de jaren 2003 tot en met 2014 wordt het nabestaandenpensioen van X belast met toepassing van een verdeelsleutel. Met de verdeelsleutel is beoogd tot niet-heffing te komen over het gedeelte van het pensioen dat overeenstemt met de periode waarin Y arbeidsongeschikt was. Vanaf 2015 belast de inspecteur het pensioen volledig. In geschil is of Nederland volledig belasting kan heffen over het nabestaandenpensioen van X.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant leidt uit de bedoeling van de wetgever af dat Nederland volledig kan heffen over het nabestaandenpensioen. Dat de premies tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid door het pensioenfonds zijn ‘betaald’, acht de rechtbank niet van belang. Het pensioen is namelijk premievrij gemaakt en de betaling van pensioenpremies door het pensioenfonds is een louter interne kwestie binnen het vermogen van het pensioenfonds. Omdat het totaal van de door Y ter zake van de pensioenuitkeringen betaalde premies in mindering zijn gebracht op (Nederlandse) winst uit onderneming, is Nederland integraal heffingsbevoegd over de pensioenuitkeringen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 25 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen