Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de WOZ-waarde een geschikte heffingsmaatstaf is voor de reclamebelasting. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag reclamebelasting van de gemeente Tilburg. Hij ageert onder meer tegen de afbakening van het heffingsgebied en de door de gemeente gehanteerde heffingsmaatstaf.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2019/1126) oordeelt dat de WOZ-waarde een geschikte heffingsmaatstaf is voor de reclamebelasting. De rechtbank overwoog dat nu de WOZ-waarde volgens de Hoge Raad als heffingsmaatstaf is toegestaan bij de rioolrechten, dit zeker ook geldt voor een algemene belasting als de reclamebelasting. Verder heeft de Hoge Raad zijn goedkeuring verleend aan een eenheidstarief voor de reclamebelasting (HR 12 juli 2013, nr. 12/04577, V-N 2013/39.1.2). Het hof sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank. Het hof oordeelt verder dat de gemeente een objectieve en redelijke rechtvaardiging heeft voor de beperking van het heffingsgebied van de reclamebelasting. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de opbrengst van de heffing is besteed binnen dit heffingsgebied. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 7 februari