Rechtbank Breda oordeelt dat heer X is gebonden aan de vaststellingsovereenkomst, ondanks dat X tegen zijn gemachtigde zou hebben gezegd dat hij het er niet mee eens was.

Aan de heer X is een ib/pvv-navorderingsaanslag en een vergrijpboete van 25% opgelegd. Dit is conform de uitkomst van een bespreking die X en zijn gemachtigde hadden met de inspecteur. X stelt vervolgens dat gemachtigde ten tijde van de bespreking weliswaar zijn gemachtigde was, maar dat hij tegen gemachtigde heeft gezegd dat hij het niet eens was met de afspraken. Tijdens de bespreking met de inspecteur heeft belanghebbende dit niet aangegeven omdat hij zijn medeaandeelhouders niet wilde benadelen. De uitkomst van de bespreking is naderhand in het bijzijn van X schriftelijk bevestigd door de gemachtige.

Rechtbank Breda oordeelt dat X is gebonden aan de vaststellingsovereenkomst, ondanks dat X tegen zijn gemachtigde zou hebben gezegd dat hij het er niet mee eens was. De overeenkomst is ook niet in strijd met de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Gelet op de feiten en omstandigheden wordt namelijk recht gedaan aan een juiste toepassing van de aanmerkelijkbelangregeling met inachtneming van de wederzijdse onzekerheden en proceskansen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

2

Gerelateerde artikelen