Tal van grote Nederlandse bedrijven maakten al in de jaren zeventig gebruik van een belastingconstructie waardoor sommige geen cent winstbelasting hoefden te betalen. De Belastingdienst was zich bewust van het probleem, maar het lek bleef in essentie bestaan.

Dat blijkt uit onderzoek van universitair hoofd­docent belastingrecht Jan Vleggeert van de Universiteit Leiden waar dagblad Trouw aandacht aan besteedt. Vleggeert vond in het Nationaal Archief een interne notitie van de Belastingdienst uit 1980, waarin staat dat onder meer V&D, Heineken en voedingsconcern Wessanen gebruik maakten van de constructie.

De constructie werkt als volgt: bedrijven die in veel landen actief zijn zetten een interne bank op in een belastingparadijs. Deze bank leent dochtermaatschappijen geld voor activiteiten. De rente die wordt betaald, wordt in landen met een hoge winstbelasting (zoals Nederland) afgetrokken van de winst. Ook in het belastingparadijs wordt de winst niet belast. 'Er is sprake van oneigenlijk gebruik op grote schaal', schrijft de directeur van de Belastingdienst in de notitie.

Begin 2018 biechtte staatssecretaris Menno Snel aan de Tweede Kamer op dat de Belastingdienst deze constructie lange tijd heeft gedoogd, maar dat eind 2016 een einde kwam aan deze rulings. Vleggeert zegt in Trouw dat er echter aanwijzingen zijn dat de fiscus zulke afspraken nog altijd maakt.

Er bestaat al langer kritiek op de rulings tussen de Nederlandse Belastingdienst en grote bedrijven, recentelijk nog van Oxfam Novib. Inmiddels is er een commissie belastingheffing multinationals aan de slag gegaan die het 'eerlijker maken van de belastingheffing over winsten van multinationals' als opdracht heeft.

Bron: Universiteit Leiden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

1

Gerelateerde artikelen