Advocaat-generaal Norkus concludeert dat art. 30 EG-verordening 2913/92 en art. 74 lid 2 EU-verordening. 952/2013 zich ertegen verzetten dat de Griekse fiscus op het niveau van de EU verzamelde geaggregeerde statistische gegevens gebruikt om de douanewaarde van goederen vast te stellen door toepassing van een van de in deze artikelen bedoelde bijkomende methoden.
Nederland en Duitsland willen verdergaande oplossingen voor mobiel werkende grensarbeiders creëren. Dit staat in een intentieverklaring die bij de ondertekening van het wijzigingsprotocol bij het belastingverdrag Nederland-Duitsland op 14 april 2025, ook is ondertekend door beide landen. De intentieverklaring is nu gepubliceerd in de Staatscourant.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat onzekerheid bestaat of en voor welk bedrag een honorarium wordt betaald is niet van belang.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Polen geen BTW-vrijstelling toepast voor kleine zendingen zonder commercieel karakter die afkomstig zijn uit een derde land. Dit betreft dan zendingen die door een particulier worden verzonden naar een particulier die in een andere lidstaat woont.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de subsidie, die door een lokale overheid aan P S.A. wordt uitgekeerd om de verliezen te dekken die zij lijdt bij het verrichten van diensten inzake openbaar personenvervoer, niet is begrepen in de BTW-heffingsmaatstaf van P S.A.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de tweede naheffingsaanslag accijns in het licht van de vrijspraak van de strafrechter niet in stand kan blijven. Weliswaar is de naheffingsperiode ruimer, maar er zijn geen nieuwe feitelijke bevindingen naar voren gebracht.
In de agenda van de Ecofinraad van dinsdag 13 mei 2025 staat het vaststellen van een voorlopig standpunt (general approach) over het richtlijnvoorstel met BTW-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de BTW bij invoer. Het richtlijnvoorstel is onderdeel van het hervormingspakket Douane-unie.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Malta haar verplichtingen uit hoofde van art. 20 VWEU en art. 4 lid 3 VEU niet is nagekomen door een geïnstitutionaliseerde burgerschapsregeling voor investeerders vast te stellen en toe te passen.
A-G Pauwels is van mening dat het niet zonder redelijke twijfel is dat de registratievoorwaarde geen beperking van het vrije kapitaalverkeer is voor de gever.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Polen de voorzitter van de raad van bestuur van een vennootschap hoofdelijk aansprakelijk stelt voor een BTW-schuld die tijdens zijn ambtstermijn is ontstaan.