Vassilis Dafnomilis is een echte Europeaan. Grieks van geboorte, is hij door studie op jonge leeftijd in Nederland terecht gekomen. De gedreven fiscalist en docent wil niet alleen weten hoe de fiscale regelingen van de EU werken, maar ze ook uitleggen en verbanden leggen in het bos van Brusselse wetgeving of jurisprudentie uit Luxemburg. Daarom vindt hij het ideaal om zijn baan bij PwC te combineren met de functie van universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam.

Hoe kwam je als jonge Griekse student in Nederland terecht?
“Mijn enthousiasme voor tax is ontstaan toen ik tijdens mijn rechtenstudie in Athene een apart vak volgde over Europees belastingrecht. Ik wilde mijn kennis over het fiscale verder verdiepen en aangezien Nederlandse universiteiten een goede naam hebben op fiscaal gebied, besloot ik in 2014 mijn studie voort te zetten in Leiden. Naast het algemeen belastingrecht studeerde ik EU-recht en volgde ik de specialisatie Europees belastingrecht aan de Universiteit Leiden.”

“Mijn enthousiasme voor het internationale werd ook gestimuleerd door een studentenbaan. In Athene heb ik korte tijd gewerkt voor een kantoor dat procedeerde voor bedrijven. Ik kwam toen voor het eerst in aanraking met de geschilbeslechting bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Vanaf dat moment voelde ik me aangetrokken tot het internationale, om breder te kijken dan alleen Griekenland en te gaan voor een carrière buiten mijn landsgrenzen. Bovendien zocht ik bestaanszekerheid en het (Europese) belastingrecht was en is een rechtsgebied met toekomst. Je moet niet vergeten dat Griekenland destijds in een flinke schuldencrisis zat en al vanaf 2010 onder toezicht staat van de eurozone. De verleiding is dan groot om je kansen in het buitenland te zoeken, ook met het idee dat je met de opgedane kennis terugkeert en je eigen land gaat steunen.”

“Van een terugkeer naar Griekenland is het niet meer gekomen. Mijn verblijf in Nederland werd min of meer definitief toen ik nog voor mijn afstuderen in 2015 door PwC werd gevraagd als fiscaal medewerker voor de groeiende Europese praktijk. Er was destijds, maar ook nu nog, een grote behoefte aan mensen die aan de ene kant het fiscaal juridische vak begrijpen én dat kunnen combineren met het Europees recht. Denk aan onderwerpen als de EU-richtlijnen, de fundamentele vrijheden binnen de EU en staatssteun. Ik was bij PwC welkom om mijn gespecialiseerde kennis over te brengen aan klanten en collega’s en uiteindelijk, vier jaar later, ook als docent aan studenten.”

Wat voor type fiscalist ben je?
“Ik ben iemand van de theorie én de praktijk. Daarom past Europees belastingrecht mij ook zo goed. Waar het Europese recht vrij abstract en droog aandoet is het belastingrecht voor mij de praktische component. Ik raak vrij snel verveeld wanneer er geen nieuwe ontwikkelingen zijn of als er geen jurisprudentie is die het recht verder helpt en zorgt voor de broodnodige dynamiek. Wat ik nodig heb zijn uitdagingen en groei, niet alleen voor mij persoonlijk als professional, maar ook in de contacten met collega’s en studenten. De sociale component is voor mij dus net zo belangrijk. Ik vind bijvoorbeeld dat bedrijven in verhouding te veel aandacht krijgen in het Europese, fiscale narratief waarin ze wordt gevraagd om hun fair share of tax te betalen. De high net worth individuals bijvoorbeeld zouden vaker onderwerp van Europese wetgeving mogen zijn om de rijke Europeanen hun eerlijke bijdrage aan belastingen te laten betalen. Dat geldt ook voor de inheritance tax. Ik zie DAC8 daarom als een eerste, mooie stap in die richting.”

“Beroepshalve kun je me een wetenschappelijke onderzoeker noemen. Mijn eigen promotieonderzoek bijvoorbeeld, dat vijf jaar duurde, heeft me persoonlijk en professioneel veel gebracht. De verdediging ervan in juni 2021 aan de Universiteit Leiden en de publicatie van mijn proefschrift door Wolters Kluwer zijn een kroon op mijn werk.”

“Tot slot vraagt het vak van Europees fiscalist ook een speciaal talent van je en dat is het vermogen om verbanden te leggen. Laat ik een voorbeeld noemen. Wanneer een Nederlands bedrijf zich gaat vestigen in België en Portugal, zal je als Europese specialist niet alleen moeten weten welke Europese wetgeving geldt maar ook welke specifieke, nationale bepalingen uit die landen van toepassing zijn voor dat bedrijf. Je moet dus goed kunnen plannen, afstemmen en verbanden leggen om zo’n bedrijf een optimale startpositie te geven. We hebben het geluk dat Nederland wat dat betreft een soort van gateway is om de impact van de EU-wetgeving te bepalen. En ik heb een breed PwC-netwerk uit Europa dat ik altijd kan aanspreken…mijn zogenoemde ‘vriendjes uit Europa’.”

Wat vind je zo bijzonder aan het onderwijs?
“Ik ben sinds 2019 universitair docent aan de UvA. Ik heb twee categorieën studenten. De eerste categorie bestaat uit internationale studenten die uit alle hoeken van de wereld komen en Europees en internationaal belastingrecht komen studeren in een Engelstalig Advanced LLM-traject. In deze categorie herken ik mezelf natuurlijk omdat ik acht jaar geleden in dezelfde situatie zat als zij. Het gemeenschapsgevoel is sterk ontwikkeld omdat het kleine groepen zijn van 20 tot 25 studenten en ze dezelfde, praktische problemen hebben waar ik destijds ook tegen aanliep. Ik kan ze vanuit mijn ervaring gelukkig goed helpen. De tweede groep van studenten komt uit Nederland en volgen de Nederlandstalige masteropleiding Europees belastingrecht. Dit onderwijs gebeurt in de vorm van workshops waarin ik telkens casusposities behandel.”

“Verder ben ik dit jaar uitgeroepen tot docent van het jaar aan de rechtsfaculteit van de UvA. Studenten noemen mij een ‘gepassioneerd’ docent, met een ‘speciaal talent voor het uitleggen van moeilijke concepten’. Daar ben ik best trots op want ik moet vaak switchen tussen Engels en Nederlands waardoor studenten zich meer moeten inspannen om mij te volgen. Bovendien, I can make a boring case extremely funny. Als reactie op deze eervolle titel heb ik gezegd dat dit switching between languages ook zijn voordelen heeft omdat het studenten extra stimuleert en nog alerter maakt. En de studenten helpen mij om mijn Nederlands te verbeteren. Zo wordt de onderwijservaring wederzijds, en tegelijkertijd verkleint het de afstand tussen de studenten en mij.”

Hoe zie jij de toekomst van het Europees belastingrecht?
“Om hierop te antwoorden wil ik graag eerst verwijzen naar de ‘allegorie van de grot’ van de Griekse filosoof Plato. Die zegt dat het enige dat de gevangenen in hun leven waarnemen vanuit hun grot de schaduwen en echo's zijn. Ze zullen denken dat deze de realiteit vormen. Hun gesprekken gaan dan over de waarneming van deze beperkte realiteit. Waar het bij deze allegorie dus op neerkomt, is de gebondenheid van het denken aan vooronderstellingen en vooroordelen. Deze gebondenheid wordt in de allegorie voorgesteld als een gevangenschap in een onderaards verblijf. Zo zie ik het ook in mijn vak. Mensen zien de werkelijke ontwikkelingen in Europa niet en leven in de schaduw, in de ‘gevangenschap’ van het nationale. Nog concreter, het tempo en de hoeveelheid van het aantal Europese richtlijnen wat op ons afkomt is hoog en bepalen in steeds grotere mate ons rechtssysteem. Neem alleen al de recente DAC8, Pijler 2 of de Unshell-richtlijn, ook wel – ten onrechte - ATAD 3 genoemd.”

“Mijn boodschap aan fiscaal Nederland is dus om je de komende vijf jaar te verdiepen in deze richtlijnen. Er zullen altijd specialisten blijven maar de generieke fiscalist zal zich niet langer kunnen onttrekken aan deze Europese ontwikkelingen vanwege de toenemende invloed van EU-wetgeving en richtlijnen op de nationale rechtspraktijk. Als fiscalist pleit ik voor het geven van een ‘holistisch’ advies aan ondernemers en particulieren, waarin de Europese ontwikkelingen, en dan met name Pijler 2, worden opgenomen. Ook voor de studenten is dat van belang. Zij moeten een breder begrip krijgen van wat er in de fiscale wereld speelt en daar kun je het Europese aspect niet langer van uitsluiten.”

“Ik zie nog een andere ontwikkeling en dat is het bredere, Europese verhaal. Concreter gezegd, de behoeft aan harmonisatie. Het wordt een grote uitdaging voor de fiscaliteit, en ook voor mij, om de grote hoeveelheid Europese richtlijnen te verbinden met elkaar en er één verhaal van te maken, een helicopter view, zodat het Europese recht voor iedereen overzichtelijk en begrijpelijk wordt. En er is uiteraard nog een andere uitdaging en dat is de rechtszekerheid in de EU. Brusselse wetten zijn niet altijd even helder, soms matig van kwaliteit en vatbaar voor meerdere interpretaties. De Europese wetgeving moet daarom op een uniforme manier worden geïmplementeerd en geïnterpreteerd, door álle 27 lidstaten. Omwille van de rechtszekerheid!”

“Vanuit mijn specialisatie loop ik altijd tegen een probleem aan als de Europese Commissie een nieuwe richtlijn uitvaardigt. Hoe realistisch zijn de bepalingen? Komt de richtlijn zonder kleerscheuren en veto’s door het wetgevingstraject heen? Wat moet ik tegen collega’s, klanten en studenten zeggen over de impact van deze richtlijn? Ik blijf dit een uitdaging vinden! Ik heb me dan ook geërgerd aan het uitstelgedrag van Hongarije over Pijler 2. Ze doen niet alleen de rechtszekerheid in de EU geweld aan met deze opstelling, want alle landen staan in de startblokken om de pijler in te voeren, maar ze verstoren ook de democratische grondrechten die in het EU-handvest zijn vastgelegd. En er zit ook een persoonlijke schaamte aan vast omdat ik collega’s, klanten en studenten al heb geïnformeerd dat Pijler 2 zou worden ingevoerd.”

Wat is je favoriete arrest?
“Dat is natuurlijk iets uit de Europese jurisprudentie en dat is de Marks & Spencer-zaak over de verrekening van het verlies van een buitenlandse dochter. Het is interessant om te zien hoe dit arrest doorwerkt in jurisprudentie van latere datum, en met name in C-538/20 over de Britse vestiging van het bedrijf W AG in Duitsland. Ik kan me hier uitleven in het leggen van verbanden en hoe zaken passen in de doctrine van de Marks & Spencer-zaak.

----------------------------

In de interviewreeks Young Professionals zijn eerder gesprekken gevoerd met Jeroen Rheinfeld, Arthur van der LindenClaire HofmanMatthijs van der Wulp, Brenda Coebergh en Bart van der Burgt.

Bron: Tekst: Gé Konings -- Fotografie: Berly Damman

Informatiesoort: Nieuws, Interviews, Young Professionals

Rubriek: Europees belastingrecht

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

202

Gerelateerde artikelen