Privéorganisaties, zoals een voetbalclub, een belangenvereniging of een vakbond, mogen in hun statuten niet op leeftijd discrimineren. Ze mogen bijvoorbeeld niet zomaar een maximumleeftijd voor de voorzitter of penningmeester bepalen, volgt uit het oordeel van het Europees Hof van Justitie in een zaak rond een Deense vakbondsvoorzitter. De Europese antidiscriminatierichtlijn geldt net zo goed voor privéorganisaties, ook als het om de verkiezing van een bestuurslid gaat.
De Europese rechter deed uitspraak in een zaak die een voormalige sectorvoorzitter bij de Deense vakbond HK in haar thuisland had aangespannen. Deze A. was al jarenlang in dienst toen ze tot voorzitter van de federatie werd gekozen en de jaren erna vier maal werd herkozen voor deze politieke functie. Tot ze 63 jaar werd. Volgens de statuten van de werknemersvereniging had ze daarmee de maximale leeftijdsgrens bereikt om zich opnieuw kandidaat te mogen stellen voor het voorzitterschap.
A. pikte dit niet en klopte aan bij de Deense commissie gelijke behandeling, die haar gelijk gaf en een vergoeding voor de geleden schade eiste van de vakbond. Toen die uitbleef, stapte de commissie naar de Deense rechter. Die legde de kwestie voor aan het EU-hof.
Volgens het hof valt "een in de statuten van een werknemersorganisatie vastgestelde leeftijdsgrens om tot voorzitter van die organisatie te kunnen worden verkozen binnen de werkingssfeer van de antidiscriminatierichtlijn". En daarbij maakt de politieke aard van een dergelijke functie of de manier waarop iemand wordt aangeworven (verkiezing) niet uit, stelt de rechter. De zaak gaat nu terug naar de Deense rechter.
Bron: Curia
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Arbeidsrecht