De Europese Commissie start een diepgaand onderzoek naar de 1 miljard euro steun die Zweden en Denemarken in de Scandinavische vliegtuigmaatschappij SAS hebben gepompt tijdens de coronacrisis.

Het ging om een herkapitalisatie die in augustus 2020 door het dagelijks EU-bestuur werd goedgekeurd, maar dat besluit is in mei dit jaar door het Europees Hof van Justitie nietig verklaard, tegelijkertijd met de afkeuring van de staatssteun aan Lufthansa.

In 2020 dreigde SAS, zoals meer maatschappijen, door de reisbeperkingen om de verspreiding van covid-19 tegen te gaan, niet meer aan zijn financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Begin augustus van dat jaar brachten EU-lidstaten Zweden en Denemarken, beide aandeelhouder in SAS, Brussel formeel op de hoogte van hun reddingsplannen. De commissie ging akkoord, op basis van de tijdelijke versoepeling van staatssteunregels die landen onder bepaalde voorwaarden moest helpen hun door de pandemie noodlijdende bedrijven overeind te houden.

Maar het gerecht, onderdeel van het EU-hof in Luxemburg, oordeelde in mei (zie zaak T-238/21) dat de overeenkomst niet voldeed aan de voorwaarden onder het tijdelijke staatssteunkader. Zo waren er volgens het gerecht voor SAS onvoldoende prikkels ingebouwd om nieuwverworven aandelen van de twee regeringen terug te kopen. De zaak was door de Ierse prijsvechter Ryanair voor de Europese rechter gebracht.

De Europese Commissie komt "in de komende maanden met een definitief besluit" over de zaak.

Lees ook de thema's Staatssteun en Fiscale staatssteun.

Bron: Europese Commissie/Curia

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht

12

Gerelateerde artikelen