Nieuwe EU-wetgeving die de gelijke beloning regelt van tijdelijke werknemers uit een ander EU-land en hun collega's in het gastland, is op de lange baan geschoven. De EU-ministers van Sociale Zaken hebben donderdag in Luxemburg geen akkoord over herziening van de zogenoemde detacheringsrichtlijn bereikt. Dat wordt nu op zijn vroegst eind oktober.
Vorige week meldde minister Lodewijk Asscher de Tweede Kamer nog dat er een meerderheid leek te zijn voor de aangepaste richtlijn, die altijd een prioriteit is geweest voor het kabinet. De bestaande wet wordt nu vaak door werkgevers misbruikt om goedkoop personeel in te huren uit landen waar de lonen een stuk lager liggen dan in Nederland, zoals Polen of Bulgarije. Dit gebeurt vooral in de bouw, de verwerkende industrie en het vrachtverkeer.
 
De herziene richtlijn gaat uit van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats, en voorziet ook in toeslagen voor overwerk en eindejaarsuitkeringen en dergelijke. EU-commissaris Marianne Thyssen (Sociale Zaken) stelt wel een maximale detacheringsperiode van 24 maanden voor.
 
De kink in de kabel donderdag werd veroorzaakt door de nieuwe Franse regering, die de voorstellen wil aanscherpen. Zo wil president Emmanuel Macron, die als minister in eigen land oneerlijke concurrentie van goedkope buitenlandse vrachtwagenchauffeurs tegenging met de invoering in 2016 van een verplicht minimumloon voor de uitzendkrachten, een maximale detacheringstermijn van twaalf maanden.
 
De Franse wens om verder te onderhandelen komt Nederland niet slecht uit. Zowel Asscher als de Tweede Kamer steunt aanscherping, als dat niet ten koste gaat van tot nu toe bereikte resultaten.
 

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Arbeidsrecht

0

Gerelateerde artikelen