De overheid moet zich in gedupeerde burgers verplaatsen voordat ze begint met een hersteloperatie. Dat schrijft de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) in een rapport. Het "burgerperspectief" wordt in de loop van de operatie weliswaar duidelijker, maar dan lukt het niet meer om de gang van zaken aan te passen.
De IBTD keek naar drie grote hersteloperaties: die van het kinderopvangtoeslagschandaal, de zwarte lijst van de Belastingdienst en de vermogensbelasting. "Gedupeerde burgers geven over alle drie de hersteloperaties aan de oprechte erkenning van hun schade en leed te missen", is een van de conclusies.
De overheid kiest bij de hersteloperaties voor maatregelen die snel haalbaar zijn, maar zulke organisatorische vragen zouden volgens de Inspectie niet de overhand moeten hebben. De belangrijkste vraag, schrijft de IBTD: "Wat geven deze mensen aan nodig te hebben voor hun herstel?" Daarbij blijkt erkenning vaak belangrijk te zijn, net als vertrouwen dat het niet nog eens misgaat.
Ernstig gedupeerden moeten wat de Inspectie betreft voorrang krijgen. Dat dat niet gebeurt, is "extra pijnlijk". Bij de toeslagenaffaire is juist gekozen om de makkelijkste gevallen eerst te behandelen.
Bij de fraude-aanpak van de Belastingdienst werden burgers vermorzeld door de overheid, terwijl de hersteloperatie van de vermogensbelasting draait om mensen die te veel belasting hebben afgedragen. De Inspectie wil "absoluut geen vergelijking maken van de schade", zegt een woordvoerder daarover. "Het gaat erom dat erkenning uitblijft van mensen die te maken hebben met een hersteloperatie."
Het rapport staat op de website van de Rijksoverheid.
Bron: IBTD
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen