De belastingregels voor de eigen woning moeten voorspelbaar zijn en zo eenvoudig mogelijk. Dat is van groot belang voor het maatschappelijk draagvlak, aldus de Raad van State in zijn jaarverslag van 2017.
De complexiteit van het stelsel die voor burgers nadelig uitpakt, is aan de orde geweest in het advies over het wetsvoorstel dat de zogeheten ‘Hillen-regeling' geleidelijk afbouwt. Daarin merkt de Afdeling advisering op dat het voor het maatschappelijk draagvlak van groot belang is dat de eigenwoningregels in de inkomstenbelasting voorspelbaar en zo eenvoudig mogelijk zijn. De bestaande eigenwoningregeling, waaronder de hypotheekrenteaftrek, is echter door stapeling van maatregelen enorm gecompliceerd geworden. In veelvoorkomende situaties (bijvoorbeeld verhuizing, verblijf in het buitenland of verbreking van relatie) moet een deskundige worden ingeschakeld.
Daarnaast gaat de Raad van State in zijn jaarverslag in op ‘een ieder verbindende verdragsbepalingen'. Als de regering een verdrag aan de Eerste en Tweede Kamer voorlegt, moet zij aangeven of het verdrag directe rechten en verplichtingen voor burgers bevat die ‘naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden'. Het gaat daarbij om bepalingen die onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn om in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht te kunnen worden toegepast. Deze verplichting geldt nog niet zo lang. Het valt de Afdeling advisering op dat de regering zich nog niet in alle toelichtende nota's kwijt van deze verplichting. In nogal wat gevallen stelt de regering dat geen sprake is van een ieder verbindende bepalingen, terwijl die in de praktijk wel in het verdrag blijken te zitten. Bijvoorbeeld in het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en Duitsland inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen, met inbegrip van strafrechtelijke belastingzaken.
Bron: Raad van State
5