Vandaag is het Jaarverslag van de Rechtspraak 2015 verschenen. Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, schrijft in zijn Jaarbericht dat het budget van de Rechtspraak niet afhankelijk mag zijn van het huishoudboekje van de minister van Veiligheid en Justitie. Financiering van rechtspraak is nu te veel een politieke keuze. Dat moet veranderen.
Instroomontwikkeling
De instroom van belastingzaken bij de rechtbank is in 2015 met 5 procent afgenomen tot 26.000 zaken. Rijksbelastingzaken namen in aantal toe en belastingzaken van lagere overheden namen juist af. De toename was geconcentreerd in wet verhuurderheffing, parkeerbelasting, omzetbelasting en dividendbelasting. De afname was geconcentreerd bij erfbelasting en WOZ. Bij deze laatste categorie was onder andere sprake van een eenmalige piekinstroom vanwege een grote hoeveelheid zaken tussen een woningstichting en een gemeente.
De instroom van belastingrechtszaken in hoger beroep bleef op het hoge niveau van 2013 en 2014. Groei was zichtbaar bij hoger beroepen op het gebied van baatbelasting, vermogensbelasting, belasting op zware motorvoertuigen en WOZ. Afname in zaakinstroom is er vooral bij loonbelasting en vennootschapsbelasting.
Voorraadontwikkeling
Het aantal door de rechtbanken afgehandelde belastingrechtszaken nam weliswaar met 10 procent af, maar de voorraad nam vrijwel niet toe. Het aantal afgedane belastingzaken nam bij de hoven in 2015 sterk af en kwam daarmee onder het instroomniveau te liggen, zodat de werkvoorraad toenam.
Productie
De productie van belastingzaken in eerste aanleg bleef achter bij de productieafspraak 2015 met de minister. In 2015 lag het aantal afgehandelde zaken 6 procent lager dan de afspraken met de minister. De productie van belastingzaken door hoven bleef licht achter bij de productieafspraak 2015 met de minister (2%).
Doorlooptijden
De duur van de behandeling door de rechtbanken van belastingzaken is in 2015 teruggezakt op het niveau van 2011, duidelijk onder de bestaande normering. De behandeling van belastingzaken in hoger beroep is ongeveer gelijk gebleven en voldeed in 2015 eveneens niet aan de doorlooptijdnormering.
Bron: de Rechtspraak
0