Het kabinet gaat aan de slag met plannen voor de invoering van een vorm van rekeningrijden. Dat melden Haagse bronnen. Er liggen meerdere varianten op tafel om automobilisten naar gebruik te laten betalen. Een definitief besluit valt pas in 2025, dus in een volgende kabinetsperiode.
Rekeningrijden ligt binnen de huidige coalitie gevoelig. Met name de VVD van verkeersminister Cora van Nieuwenhuizen heeft zich er tot dusver fel tegen verzet. Maar fractievoorzitter Klaas Dijkhoff liet vorige week al doorschemeren dat binnen de grootste regeringspartij toch wordt nagedacht over kilometerbeprijzing. Dat zou nodig zijn om ook elektrische rijders hun deel te laten bijdragen. Zij betalen immers geen brandstofaccijns.
In de eerste variant waar aan wordt gewerkt, gaan alleen bestuurders van elektrische auto's betalen per gereden kilometer. Voor benzine- en dieselauto's blijft dan het huidige systeem in stand. Optie twee is een heffing voor alle auto's, afhankelijk van plaats en tijd, zonder dat rijden in de spits extra wordt belast. In de derde variant, waarin ook de mate van vervuiling van de auto wordt meegewogen, wordt ook een spitsheffing niet uitgesloten.
Het kabinet is verder van plan elektrisch rijden te blijven stimuleren, maar wel in aangepaste vorm. De huidige manier van subsidiëring ligt onder vuur omdat daar vooral mensen van profiteren die zich toch al een dure elektrische wagen kunnen veroorloven. Het doel blijft een volledig elektrische nieuwverkoop van auto's in 2030. Daarnaast moet een tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen op gang worden gebracht.
De klimaatplannen van het kabinet worden vrijdag gepresenteerd. Ze moeten ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot in Nederland in 2030 bijna is gehalveerd ten opzichte van 1990.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen