De woningcorporaties die uit het vroegere Vestia zijn voortgekomen, hebben een schikking getroffen met de Britse bank Barclays. Deze schikking sluit een reeks schikkingen met banken af die zijn voortgekomen uit het derivatendebacle, dat de corporatie jaren terug miljarden euro's heeft gekost. Barclays betaalt 43,5 miljoen euro.
Vestia, destijds de grootste woningcorporatie van Nederland, kwam in 2012 in financieel zwaar weer door grote tegenvallers op derivaten, complexe financiële producten bedoeld om renterisico's af te dekken.
De huisvester heeft lang geprobeerd de schade van het schandaal te verhalen op partijen die de financiële problemen zouden hebben veroorzaakt. Vestia en haar opvolgers zijn met zeven banken tot een schikking gekomen, waarvan de opbrengsten 400 miljoen euro bedragen. Dat geld is ingezet voor het "financieel herstel" van Vestia en de woningcorporaties die daaruit zijn voortgekomen, staat in een gezamenlijke verklaring.
In totaal leed de corporatie 2,5 miljard euro schade, waarna andere woningcorporaties te hulp moesten schieten om Vestia voor een faillissement te behoeden. Bij de schikking met Barclays zit geen erkenning van enige aansprakelijkheid of schuld. Eerder werden al schikkingen getroffen met onder meer BNP Paribas, ABN AMRO, Deutsche Bank en de Londense afdeling van Citibank. In 2020 is Vestia ook met accountantsorganisaties KPMG en Deloitte een schikking overeengekomen
Sinds 1 januari 2023 bestaat Vestia niet meer. De corporatie is gesplitst in drie nieuwe woningcorporaties: Hef Wonen in Rotterdam, Hof Wonen in Den Haag en Stedelink in Delft, Zoetermeer en Zuidplas.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Jaarrekening, Kantoren