Zowel in ons land als bij onze zuiderburen is de fiscus verwikkeld in een strijd over de belasting op bier.

In Nederland wil het kabinet de accijnzen voor alle brouwerijen gelijktrekken, waardoor de kleine bierbrouwerijen meer accijns gaan betalen. En daar is de sector mordicus tegen. In België heeft de branchevereniging van cafés een belangrijke overwinning behaald op de fiscus bij de rechter. Die besliste onlangs dat je uit een vat maar 168 glazen bier kan tappen, in plaats van de 192 die de fiscus belast.

In Nederland moet de bieroorlog nog op gang komen. Op 15 oktober spreekt de commissie Financiën van de Tweede Kamer over een plan van demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief om de inning van accijnzen in overeenstemming te brengen met de Europese richtlijn waardoor kleine brouwerijen net zoveel accijnzen gaan betalen als grote brouwerijen.

Bovendien komt er bovenop de gelijkschakeling met grote brouwerijen een accijns op basis van het alcoholpercentage waardoor de kleine brouwerijen voor hun speciaalbieren gemiddeld 25% meer betalen aan accijnzen. Hoe zwaarder het bier, hoe hoger de accijnzen. De brancheorganisatie voor speciaalbier, Craft, is een petitie gestart om deze voorgenomen maatregel van tafel te krijgen.

In België betwist de brancheorganisatie Fedcaf al sinds 2013 de forfaitaire belastingregeling over een vat bier. De fiscus gaat uit van 192 glazen bier in één vat, maar gemiddeld zijn er dat volgens de beroepsorganisatie maar 168. Volgens hen worden met andere woorden 24 glazen belast, terwijl ze niet bestaan.

FedCaf was naar de Raad van State gestapt tegen de regeling. De Raad besliste dat de fiscus het systeem voor het jaar 2020 niet mag toepassen. Een café dat heeft gekozen voor de forfaitaire regeling zou, volgens de berekeningen, 13.000 tot 17.000 euro teveel hebben betaald per jaar.

Bron: De Tijd/FD

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

23

Gerelateerde artikelen